Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01716
21-01-1963
Actoren
memorandum met bijlage(n)
Samenvatting
DGES heeft een concept-nota opgesteld i.v.m. de crisis in de onderhandelingen met Engeland. Deze was bedoeld voor de ministerraad van heden. Luns gaf echter te kennen daar geen behoefte aan te hebben, maar wilde wel een notitie met enige gedachten over de te volgen taktiek.
In de nota worden allereerst de gebeurtenissen in de voorbijgaande week op een rij gezet. Bij de bepaling van het standpunt van de regering dient .t.a.v het Franse beleid in ogen worden gehouden dat de Franse president er duidelijk blijk van heeft gegeven het Franse standpunt aan de medelidstaten te willen dicteren. Zou Nederland de indruk wekken zich hierbij neer te leggen, dan zal de Franse president in zijn mening worden gesterkt dat wat hem in het binnenland lukt, ook in zijn buitenlandse beleid kan worden bereikt en dat er van de vijf geen wezenlijk verzet valt te verwachten.
Essentieel in de Franse conceptie is dat bij de Britse toetreding ook de VS wordt binnengehaald.
Voorts moet worden bedacht dat het door de Fransen geboden alternatief - associatie - ook onderhandelingen van zeer lange duur zal vergen.
DGES meent dat er de komende tijd weinig animo zal bestaan om de integratie van de zes versneld tot stand te brengen.
Gewezen wordt op de mogelijkheid om de onderhandelingen met Engeland voort te zetten, aangezien deze gebaseerd zijn op een unaniem genomen besluit.