Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Onderhandelingen zes met Groot-Brittanniƫ.
Van Ittersum geeft een overzicht van de eerste drie maanden onderhandelen. Deze zijn slechts moeizaam op gang genkomen. Cruciaal voor het slagen zal zijn de instelling van de deelnemende landen.
De aankondiging van Engeland om te willen toetreden werd bij de zes en niet alleen in Frankrijk met sterke reserves begroet. Bij velen bestaat de neiging tot behoud van de kleine preferentiƫle club die nog juist hanteerbaar is. Binnen het krachtenveld bevinden zich enerzijds Frankrijk en Luxemburg die het negatieve element vormen en anderzijds Nederland, terwijl de anderen een middenpositie innemen. De Franse houding is dat het het kleinst mogelijke poortje in de EEG-muur wil openzetten waardoor Engeland zich met achterlating van vrijwel alle bagage naar binnen kan wringen, indien niet op het allerlaatste moment het deurtje nog voor zijn neus wordt dichtgeslagen.
Samenvattend geeft de huidige situatie aanleiding tot een zekere bezorgdheid, waarbij het politieke en economische denken van klein europa nog niet geprepareerd is voor de conceptie van een groot Europa. Het zal dus niet uitgesloten zijn dat deze ontwikkelingsfase nog langer zal duren. De beslissende vraag voor de komende maanden is of Engeland kan besluiten met minimale concessies de EEG binnen te gaan. Kan zijn regering voor haar publieke opinie deze gang naar canossa verantwoorden.