Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01762
26-10-1961
Actoren
Memorandum
Samenvatting
99. 'Caractère statutaire' van het politiek overleg van de zes.
Bij het overleg in de Politieke Studiecommissie van de zes inzake een statuut voor een Europese Unie werdt als Nederlands standpunt naar voren gebracht: 1) Een Europese politieke gemeenschap, zeker wanneer het ook buitenlandse politiek en defensie omvat, eist in ieder geval deelneming van Engeland; 2) De Franse plannen, met name de conceptie van De Gaulle, waren te weinig communautair en uitsluitend intergouvernementeel.
Het Nederlandse streven was erop gericht dat het gereedkomen van een Europees statuut ongeveer zou kunnen samenvellen met de Britse toetreding tot de gemeenschappen. Daarbij wenste Nederland er tevens op toe te zien, dat een Europees statuut niet een zodanig communautair, c.q. supranationaal karakter zou krijgen dat deelneming van Engeland hieraan onmogelijk zou worden.
Het Franse ontwerp, dat beoogt institutionalisering van de politieke samenwerking van de zes, doorkruist het Nederlandse standpunt. Het verwezenlijken van een Europese unie van de zes is voor Nederland nog niet urgent, en zou, indien toetreding van Engeland tot stand zou komen, de splitsing van Europa slechts accentueren. Een Europese politieke gemeenschap zonder Engeland is uit oogpunt van de Nederlandse belangen bepaald schadelijk.