Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01764
19-03-1962
Actoren
Memorandum
Samenvatting
265. De economie in de politieke unie.
Een van de belangrijkste punten van geschil t.a.v. de politieke unie betreft de vraag of de Raad van de unie zich mag bezighouden met economische vraagstukken. De Franse tekst noemt in art. 2 als een van de doeleinden de coördinatie en eenmaking van de politiek van de lidstaten t.a.v. de economie. De vijf anderen weigeren in hun tekst de economie op te nemen en geven ook de garantie dat de Europese Gemeenschappen niet door de politieke unie zullen worden aangetast. Er zijn thans verschillende compromisoplossingen in omloop. Over het probleem zijn twee opvattingen gehoord: a) de staatshoofden en regeringschefs moeten over alles kunnen praten en men kan aan deze belangrijke figuren geen beperkingen opleggen. Nederland kan deze stelling niet accepteren, aangezien daarmee zou worden aanvaard dat de Raad van de Unie een hogere instantie zou zijn dan de Raad van de EEG. Dit zou de rol van de EEG-raad uithollen. B) De Raad van de Unie zou alleen over die economische vraagstukken van gedachten wisselen en besluiten nemen die niet gedekt worden door de Europese verdragen. De vraag doet zich voor of die economische vraagstukken wel te vinden zijn.