Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01772
29-05-1959
Actoren
memorandum met bijlage(n)
Samenvatting
1038. Kritiek op Nederlandse Europese politiek.
De laatste dagen zijn verschillende stukken binnengekomen, waarin kritiek op het door Nederland gevoerde beleid inzake de Europese Gemeenschappen iets meer wordt geconcretiseerd. Gezien het politieke belang meent Kymmell dat het zaak zou zijn deze aanzwellende kritiek een keer ferm bij de horens aan te pakken.
Veel van de kritiek is onderhands. De indruk is dat deze kritiek afkomstig is uit Brussel en vooral van Mansholt en Sassen, daarbij helaasin bepaalde gevallen gevoed door de Nederlandse missie. Deze kritiek loopt dan verder via parlementsleden.
Kymmell meent dat de kritiek vooral voortkomt uit het Nederlandse vasthouden aan de Europese associatie en de aarzelingen tegen het uitbouwen van de EEG tot een politieke federatie van de zes en het Nederlandse enthousiasme voor een snelle uitbreiding van de EEG door toetreding van andere landen. Men beschouwt dit als een soort verraad aan het ideaal van de zes.
Gepoogd moet worden de genoemde heren en de met hen contact houdende parlementsleden te bewegen om hun campagne tegen Nederland stop te zetten.
Het verwijt dat Nederland anti-supranationaal zou zijn, omdat het op concrete punten oneens was met de Commissie, is onzin. Voorts wordt gewezen op het terughoudende Nederlandse beleid inzake de rol van de EEG in onderontwikkelde gebieden en bij de coördinatie van de handelspolitiek.

Bijlage: samenvatting van concrete bezwaren, welke aangevoerd worden tegen de gesteltenis der Ned. Regering t.a.v. de Europese integratie.
Zie ook