Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01776
08-03-1963
Samenvatting
175/63. Het toekomstig EEG-beleid.
Ruim een maand na het afbreken van de onderhandelingen te Brussel lijkt het moment gekomen te zijn om vast te stellen welke politiek Nederland zal moeten volgen. De eerste vraag is of men door een binnen de EEG te voeren beleid de Britse toetreding zou kunnen bevorderen. Deze vraag moet ontkennend worden beantwoord. Vervolgens is het de vraag of de Franse houding t.o.v. het VK en het standpunt van De Gaulle betreffende het autarkische karakter van de EEG, wijziging dienen te brengen in het Nederlandse EEG-beleid. Inzake de Afrikaanse associatie heeft Nederland inderdaad de indruk gewekt wijziging in het Nederlandse beleid te willen aanbrengen. Het zal nodig zijn deze politiek meer te concretiseren.
Conclusies zijn:
1. Het in de EEG te voeren beleid kan de toetreding van Engeland niet bevorderen;
2. De Nederlandse positie in de EEG is niet sterk genoeg om het EEG-beleid in de zin van de criteria om te buigen;
3. Een verdere uitbouw van de EEG dient met de grootste behoedzaamheid te worden aanvaard. In ieder geval dient Nederland niet mee te werken aan deze uitbouw, tenzij tegelijkertijd compensatie wordt verkregen in de vorm van besluiten, die de openheid en het democratische karakter van de EEG bevorderen.