Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01830
26-05-1961
Samenvatting
3. Nederlandse houding ten opzichte van de tweede extra tariefverlaging in de EEG. (Nota minister EZ, 23-5-1961, nr. 582717 en brief minister BuZa, 23-5-1961, no. 74766).
Marijnen stelt dat de nota een goede analyse geeft en demonstreert hoe gecompliceerd de zaak is, zowel wat materie als wat de procedure betreft. Hij dringt erop aan de delegatie een grote marge voor onderhandeling te geven. Marijnen geeft de voorkeur voor alternatief b, maar hij wil de delegatie niet vastleggen.
Zijlstra stelt dat als Nederland er in slaagt de tweede versnelling niet te laten doorgaan, men t.a.v. de landbouw geen stap vooruit komt. De landbouwzaak ligt bij de overgang van de eerst naar de tweede etappe veel principiƫler. De tweede versnelling is echter zowel voor Nederland als voor de EEG van belang en het is dus geen Nederlands belang om voorwaarden te stellen, waardoor deze niet zou kunnen doorgaan. Men zou optie c kunnen aanvaarden, mits de kleuren nog wat sterker worden aangezet en gewezen wordt op de situatie m.b.t. de overgang naar de tweede etappe. De raad gaat akkoord.