Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01878
23-03-1971
Samenvatting
270. Uw gesprek met de Tweede Kamercommissie op 24 maart a.s. Institutionele aspecten van de EEG.
Op 21 januari heeft Pompidou ideeën gelanceerd over de toekomstige structuur van Europa. Hij wil een confederatie van staten stichten, een unie van staten met orgenen die zekere bevoegdheden hebben t.a.v. de staten maar niet t.a.v. de onderdanen. Het gaat om een confederatie die de politiek van de staten wil harmoniseren en een regering waarvan de beslissingen voor alle lidstaten geldig zijn. In feite blijven de leden van de regering vertegenwoordigers van de afzonderlijke lidstaten.
De Europese regering, die blijft werken op last en na ruggenspraak met de deelstaten, dient volgens Pompidou in de plaats te komen van de Commissie en de Raad.
Voor Nederland is het goed om nogmaals te stellen dat het weinig voelt voor een 'réunion des gouvernements'. Nederland wenst wel degelijk een onafhankelijke Europese regering die verantwoording schuldig is aan een rechtstreeks gekozen Europees Parlement. De ideeën van Pompidou zijn eerder een achteruitgang dan een vooruitgang. Het is de oude gaullistische gedachte dat de Europese Commissie geen wezenlijke functie kan bekleden en nimmer het embryo van een Europese regering kan zijn. Het geluid van de Franse president verschilt in wezen weinig van dat van zijn voorganger.