Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02037
25-10-1971
Actoren
Nota
Samenvatting
Europese Politieke Samenwerking.
Sinds de aanvaarding in okt. 1970 van het Davignon-rapport is het politieke overleg tussen de EEG-landen slechts langzaam op gang gekomen. De uitwisseling van informatie in het Comité Politique en in de hoofdsteden van de zes met vertegenwoordigers van de ambassades waren zeker positief. Het bereiken van werkelijk gemeenschappelijke posities is echter moeilijk gebleken. Redenen hiervoor waren dat men het ongewenst achtte zolang de vier kandidaatleden nog niet zijn toegetreden. Ten tweede diende de definitieve standpuntbepaling in veiligheidszaken plaats te vinden in de NAVO. Met name Nederland werd verweten dat het zich niet volledig inzette voor het politieke overleg. Anderzijds is het verwijt geheel ongegrond, omdat juist Frankrijk zich regelmatig bleek te verzetten tegen door andere landen voorgestane uitwisseling van informatie. Wegneming van de Nederlandse reserve zal worden bevorderd door een zo spoedig mogelijke uitbreiding van het overleg tot de vier kandidaat-leden.