Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
98/'68. De Nederlandse houding in Brussel.
N.a.v. Frans 'neen' tegen Britse toetreding van 19 dec. 1967. Van de zijde van de BEB is ter steeds op gewezen dat een effectief tegenspel tegenover Parijs slechts te realiseren lijkt indien zo mogelijk de vijf, eventueel de vier, maar op zijn minst de drie Benelux-landen gezamenlijk optreden. Het samenspel met anderen moet erop gericht zijn om met de toetredingskandidaten in contact te treden en na te gaan welke mogelijkheden er zijn voor samenwerking. Daartoe moet Nederland geen overhaaste stappen doen, die dit optreden van de vier tegenover Bonn in gevaar kunnen brengen. In de opzet van de nota van BuZa wordt hieraan onvoldoende recht gedaan. De Grooth meent bovendien dat de beoogde houding aan de cohesie tussen de vier schade zal doen. Kunne we niet even afwachten was de pogingen tot samengaan van de vijf in de komende periode opleveren? De ervaring heeft geleerd hoe gauw het niet Frankrijk, maar Nederland is, die geïsoleerd staat.
Zie ook