Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02070
3-1-1969
Actoren
codebericht
Samenvatting
Europese conferentie.
De Britse ambassadeur liet tijdens zijn bezoek aan het departement weten dat een Nederlands initiatief de Britten 'most unwelcome' zou zijn. Argumenten van de Britten waren dat het de pogingen om de WEU weer leven in te blazen zou ondermijnen Verder waren zij ontstemd dat ook Zweden, Oostenrijk en Zwitserland zijn benaderd. Zij kunnen immers niet aan consultaties over buitenlandse politiek en defensie deelnemende. Verder vreesde men dat het Nederlandse initiatief de Duitsers een excuus zou geven om in hun gereserveerde houding t.o.v. de vooruitgang in Europese samenwerking te volharden.
Geantwoord werd dat allerminst de indruk bestond dat een Nederlands initiatief de Britten 'most unwelcome' zou zijn en dat het niet de bedoeling was om de WEU-plannen te doorkruisen. Het Nederlandse initiatief was erop gericht na te gaan welke mogelijkheden er zijn voor een vergroting van de Europese eenheid; na Tsjecho-slowakije was de noodzaak daartoe meer dan ooit gebleken. Wat Engeland in dit stadium wordt gevraagd is slechts de verklaring dat het de verklaring van de Europese Beweging in grote lijnen onderschrijft.