Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02077
07-04-1970
Samenvatting
Gesprek met Belgen en Luxemburgers over monetaire unie in de EEG.
Op 2 april heeft in Brussel een gesprek plaats gevonden van de ministers van Financiën en presidenten van de Centrale banken over de EMU.
Witteveen onderschreef aldaar de visie dat voortgang van coördinatie via harmonisatie moet leiden tot supranationale besluiten. Snoy merkte op dat monetaire integratie tevens politieke integratie betekent. Absolute convertibiliteit van de geldsoorten en absolute fixatie van de wisselkoersen betekenen in feite een overgang naar één geldeenheid, dus één monetaire autoriteit, die t.o.v. één parlement verantwoordelijk moet zijn.
Werner verklaart dat zijn comité tot taak heeft om een plan met etappes te formuleren. Daarbij is het voorshands de vraag of de doelstelling van een monetaire unie betekent dat er één EEG valuta ontstaat, of dat het ook mogelijk zal zijn een unie te scheppen met vijf of zes verschillende munteenheden? In ieder geval meent hij dat de EEG versterkt moet worden en dat het Akkoord van Luxemburg (1966) moet komen te vervallen. Witteveen constateert dat iedereen het eens is over de noodzaak om in de Raad tot meerderheidsbesluiten te komen.