Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Coördinatiecommissie, 2 maart 1970.
- Economische en monetaire eenwording. Drees heeft de bijeenkomst van ministers van Financiën bijgewoond. Na enige aarzeling van Nederlandse zijde is een Comité gevormd ter uitwerking van een fasenplan. Nederland heeft wel enige bezwaren tegen het voorzitterschap van Werner.
Vervolgens komt de nota van BuZa aan de orde. Over het einddoel bestaat geen verschil van mening. Brouwers meent dat men de eindfase moet zien tegen de achtergrond van de politieke gemeenschap die er moet komen, waarbij ook Engeland moet worden betrokken. Hij pleit voor de vorming van een interdepartementale stuurgroep.
- Toetreding VK. Er liggen nota's van BuZa en L&V op tafel, waarover uitgebreid wordt gediscussieerd. Wijnmalen benadrukt dat de L&V-nota geen tegennota is, maar slechts ter verduidelijking.
- Verder komt de BEB-nota over verhouding EEG-GATT aan de orde. Van Oorschot stelt dat de toename van de preferentiële akkoorden en de EEG-landbouwpolitiek negatieve reacties oproept bij andere ontwikkelde en bij ontwikkelingslanden. De reacties nemen steeds scherpere vormen aan. Hij vreest voor een handelsoorlog. In de nota worden een aantal mogelijkheden aangegeven die de Nederlandse regering in staat moeten stellen om een sterker verweer te voeren tegen dit voor de Nederlandse economie en het internationale handelsverkeer schadelijke beleid.