Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02113
29-09-1970
Samenvatting
126e bijeenkomst Raad der EG op 29 sept, 1970.
4. Rechtstreekse verkiezingen. Bespreking vond plaats op verzoek van Nederland. De Koster beklemtoonde opnieuw de grote waarde die de Nederlandse regering hecht aan spoedige totstandkoming van de conventie. Dit temeer daar in Nederland een initiatiefwet tot het houden van verkiezingen voor het Europees Parlement in behandeling zal komen. De regering wil een algeheel Europese regeling. Het Nederlandse standpunt werd gesteund door Luxemburg,de Commissie, Italië en Duitsland en België. De Franse ambassadeur herhaalde het standpunt dat men de taken van Raad en parlement niet moet vermengen. Hij stelde voor dat er regelmatig contact zou zijn tussen de voorzitter van het parlement en Raad. Dit werd besloten.
8. Officieuze besprekingen tussen VK, VK, Japan en EEG te Genève. Gesproken werd over mogelijke Amerikaanse wetgeving ter bescherming van de eigen markt. Iedereen, m.u.v. de Franse vertegenwoordiger, was het erover eens dat er een ernstig gevaar dreigt dat door het neo-protectionisme van de VS de wereldhandel ernstig zou kunnen worden geschaad. Over de conclusies werd men het niet eens. Wel concludeerde men dat de Gemeenschap bereid was het gesprek in Genève voort te zetten zodra blijkt dat dit nuttig kan zijn.