Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02119
24-10-1972
Actoren
Memorandum
Samenvatting
1153. Verslag van Benelux-gesprek aan vooravond van topconferentie in Parijs in ambtswoning Belgische ambassadeur op 18 okt.
Het gesprek werd beïnvloed door de reacties op de Belgische démarches in Parijs, Londen en Bonn, waarbij gepolst werd over een Belgisch voorstel voor een studie over de confederatieve structuur voor de Europese eenwording. Premier Eyskens zette uiteen dat de Belgische regering teleurgesteld zou zijn als de topconferentie niet verder zou komen dan algemene frasen. Men verwachtte 1) een duidelijke verdieping van de Gemeenschap op sociaal, regionaal en milieugebied, 2) concrete voorstellen inzake de houding van de Gemeenschap t.a.v. de ontwikkelingslanden, 3) versterking van de politieke structuur van Europa.
Biesheuvel gaf vervolgens zijn visie weer op de agenda van de topconferentie. T.a.v. de houding t.o.v. de industriële landen hecht Nederland meer waarde aan een georganiseerde dialoog met de VS. Hij meent verder dat vermeden moet worden dat de terminologie federatie/confederatie onderwerp van de conferentie wordt. Dit kan slechts leiden tot de grootste onenigheid. Niemand weet precies wat de woorden inhouden. Het woord 'confédération' is beladen. Werner sloot zich hierbij aan.
Thorn liet zich in scherpere woorden uit over het uitblijven van Benelux-vooroverleg inzake de Belgische gedachten. Ook hij wees op de risico's van het woord confederatie.
Desondanks bleven Eyskens en Harmel pleiten voor hun eigen voorstel.