Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02153
26-04-1965
Samenvatting
De betekenis van de voorstellen van de Europese Commissie voor de eigen financieringsmiddelen.
In art. 201 van het EEG-verdrag is de mogelijkheid geopend om onder bepaalde voorwaarden de financiƫle bijdragen van de lidstaten te vervangen door eigen middelen van de Gemeenschap. Daarbij is met name gedacht aan de opbrengst van het gemeenschappelijk buitentarief. In de visie waarin de Gemeenschap zich langzamerhand ontwikkelt tot een unie met sterke federale en supranationale kenmerken, past dat op een gegeven ogenblik deze unie financiƫel niet meer afhankelijk is van de lidstaten. Dit impliceert het scheppen van eigen middelen.
Nederland heeft zich steeds voorstander betoond van deze ontwikkeling van de Gemeenschap en kan dus ook instemmen met eigen middelen. De voorstellen van de Commissie kunnen positief worden benaderd.
Meer eigen middelen impliceert echter ook grotere bevoegdheden en verantwoordelijkheid voor het Europees Parlement, directe verkiezingen en grotere bevoegdheden voor de Europese Commissie.