Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02174
12-11-1969
Actoren
memorandum met bijlage(n)
Samenvatting
1160. De rechtstreekse verkiezingen van de leden van het Europese Parlement.
Op 13 nov. zal De Koster hierover een gesprek hebben met de Vaste Kamercommissie. Het memo recapituleert de belangrijkste vraagstukken.
1. Dient het aantal parlementariƫrs te worden uitgebreid. De ontwerp-conventie uit 1960 voorziet in een verdrievoudiging. Nederland stelde toen dat een verdubbeling voldoende zou zijn. Nederland meent dat dit voldoende is om een bevredigende vertegenwoordiging van politieke krachten in de Gemeenschap te verzekeren.
2. Dient de verdeling van het aantal zetels van de lidstaten gehandhaafd te worden. In de huidige situatie moet men deze verdeling handhaven. In de toekomst kan eventueel een kiesstelsel volgens evenredige vertegenwoordiging worden overwogen. Dit is pas mogelijk als het Europese parlementaire systeem is uitgegroeid tot een tweekamerstelsel.
3. De overgangsperiode moet gebruikt worden om te komen tot een uniform kiesstelsel.
4. Vereniging van mandaten van het Europees Parlement en nationale parlementen kan nuttig zijn zolang de bevoegdheden van het EP nog niet zijn vermeerderd.