Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3361'65. Alternatieven Europese samenwerking.
Met het oog op de Nederlandse standpuntbepaling in de Europese crisis is het van belang te weten welke uitwijkmogelijkheden er zijn indien het niet lukt met Frankrijk tot overeenstemming te komen over een verdere opbouw van de EG overeenkomstig de oorspronkelijke opzet. De BEB schetst enkele alternatieven, waarbij voorop staat dat het steeds het streven van de Nederlandse regering is geweest de economische en politieke eenwording te bevorderen, een streven wat nauw verband houdt met dat naar de westelijke samenwerking in Atlantisch verband.
Algemene conclusie is dat de crisis in de EEG een politieke achtergrond heeft. Een politiek akkoord lijkt de eerstkomende tijd nog niet realiseerbaar. Bij het streven naar een oplossing moet de leidende gedachte zijn te streven naar een basis, waarop een eventueel toekomstig politiek akkoord kan worden gefundeerd zonder dat de verschillen van opvattingen met elkaar in conflict komen. Het meest aantrekkelijke alternatief lijkt een nieuw verdrag van de vijf met een sterke economische band (douaneunie met elementen van een economische unie), waarbij een vorm van samenwerking met Frankrijk gehandhaafd moeten worden. In deze verhouding met Frankrijk moeten alle elementen van de vroegere integratie, die een politiek-communautair karakter hadden, worden verwijderd. Op deze basis kan ook een samenwerking met het VK en andere EVA-landen tot stand komen.