Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02231
06-01-1966
Actoren
Memorandum
Samenvatting
19. Hartogh ontving de Franse ambassadeur, die kwam informeren over de Nederlandse verwachtingen t.a.v. de vergadering op 17 jan. te Luxemburg. Ook peilde hij de Nederlandse opvatting over de Franse wensen inzake de meerderheidsbeslissingen en de 'comportement' van de Commissie. Hij wees op de noodzaak dat men het zo snel mogelijk eens werd omdat de EEG zo belangrijk was voor zowel Frankrijk als Nederland en dat aan de crisis een eind moest worden gemaakt. Frankrijk wilde een gentlemen's agreement tussen de ministers met gelijke geldigheid van een schriftelijke overeenkomst, dat een land op vitale punten niet kon worden overstemd.
Hartogh benadrukte nogmaals dat het Nederlandse volk de Europese Commissie ziet als de kiem van een Europese federale regering en dat Nederland daarom huiverig is om de uiterst geringe supranationale bevoegdheden van de Commissie te beknotten.