Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02367
01-12-1967
Actoren
Memorandum
Samenvatting
1017. EEG-VK.
In de ministerraad van 17 november werd bij de bestudering van de nota van BuZa over de 'minimalistische theorie' door de minister-president opgemerkt dat ook suggesties voor een alternatieve politiek nader moesten worden uitgewerkt. Hartogh stelt voor om voor de REZ en de ministerraad hierover een korte aantekening te maken. Om te voorkomen dat ministers, die aarzelend staan tegenover de minimalistische theorie de alternatieven gretig zullen aangrijpen dient duidelijk te worden gesteld dat het gaat om complementaire mogelijkheden.
Er dient ernstig na te worden gedacht over de mogelijkheden tot samenwerking met de toetredingskandidaten na het Franse veto. Dit zou kunnen geschieden op terreinen binnen en buiten de competentie van de EG. Over terreinen binnen EG-verband zou met het VK overleg kunnen worden gevoerd om o.m. aan te tonen dat een Britse toetreding volgens de vijf wel mogelijk is en daarmee later de Fransen te confronteren.
Op terreinen buiten de competentie van de EG kan gerust met de toetredingskandidaten worden onderhandeld.
Ook op het buitenlandspolitiek terrein is overleg tussen de vijf en het VK mogelijk.
Zie ook