Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02368
19-12-1967
Actoren
Memorandum
Samenvatting
732. VK en EEG.
De Ranitz meent dat ervan moet worden uitgegaan dat de Britse toetredingsaanvraag in de eerste plaats een politieke daad is en dat ook de weigering van Frankrijk om de onderhandelingen aan te gaan een politieke daad is. Daarom is het nodig de zaak in eerste instantie politiek te benaderen. De Ranitz voelt wel voor een Benelux-initiatief, waarbij te hopen is dat ook Italiƫ en wellicht ook de Duitsers althans gedeeltelijk zullen willen volgen, waardoor een herhaling van 1963 wordt voorkomen.
Het WEU--kader lijkt zich minder te lenen voor deze exercitie, omdat daarin altijd het Franse veto een rol blijft spelen. Wel kunnen in de WEU de consultaties worden voortgezet. De Ranitz ziet wel wat in het sluiten van een raam-verdrag dat voorziet in regelmatige bijeenkomsten van ministers en ambtenaren op het gebied van buitenlandse politiek, defensie en cultuur. In een verdrag met het VK kunnen ook economische onderwerpen een rol spelen.
Zie ook