Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02443
09-07-1971
Samenvatting
4a. EEG-visserijpolitiek na uitbreiding van de EEG.
Lardinois merkt op dat komende maandag en dinsdag in Brussel zal worden gesproken over de visserijpolitiek. De Europese Commissie is gekomen met voorstellen die minder stringent zijn dan het Nederlandse standpunt. Aanvankelijk dacht spreker dat Nederland geen overwegende moeilijkheden zou krijgen als het zich bij deze voorstellen aansluit. De zaak dreigt ingewikkeld te worden nu Groot-Brittanniƫ en Ierland meer vragen dan de Commissie heeft voorgesteld. Lardinois vraagt de Raad Schmelzer en hem te machtigen in Brussel naar bevind van zaken te handelen. Dit zou kunnen betekenen dat er meer concessies zullen worden gedaan dan Nederland in feite zou willen.
De Koster stelt dat zowel in Groot-Brittanniƫ als in Noorwegen de toetredingskansen 50:50 zijn. Hij pleit voor een zo soepel mogelijke regeling en een Nederlandse poging om de partijen bij elkaar te brengen. Hij acht het ook niet voorstelbaar dat de EEG uiteindelijk door het visserijprobleem uit negen i.p.v. tien landen zal bestaan. Groot-Brittanniƫ is slechts voor een deel afhankelijk van de vis, maar voor Noorwegen is het een levenszaak.