Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02471
23-06-1972
Samenvatting
4e. Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking.
Nelissen merkt op dat tegen de oprichting van het fonds geen bezwaren bestaan zolang dit fonds slechts taken krijgt die ook thans reeds worden uitgeoefend. Verdergaande taakverdeling dient in dit stadium te worden uitgesloten.
Schmelzer deelt mee dat tijdens het staatsbezoek aan Frankrijk ook is gesproken over monetaire samenwerking. Hij heeft gesteld dat indien hierbij verder zou worden gegaan dan een technische regeling voor de korte termijnproblematiek, een oplossing zou moeten worden gevonden welke voorkomt dat bankpresidenten hun eigen gang kunnen gaan. Hij verwacht dat Frankrijk de monetaire samenwerking zal willen bespreken in het kader van de instituties van de Gemeenschap.