Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
12e. Kandidatuur Nederlands lid van de Europese Commissie.
Schmelzer meet dat de raad eerst een definitief standpunt moet bepalen na het beginselbesluit om een christen-democraat kandidaat te stellen. De Koster is het hier niet mee eens. Er zouden ook goede redenen zijn om een liberaal voor te dragen, temeer daar er nog maar een is benoemd en de liberalen in de negen EEG-landen een niet onbelangrijke plaats innemen. Hij is het er wel mee eens dat Nederland geen socialist hoeft te benoemen. Hij meent dat de balans toch nog net doorslaat in de richting van een christen-democraat. Hij is het daarom eens met het voorstel van Schmelzer.
Boertien meent dat twee van de 13 commissieleden voor de christen-democraten wel aan de lage kant is.
De minister-president contateert dat de leden van de raad instemmen met de benoeming van een christen-democraat. Hij stelt voor om in de vergadering nog over mogelijke kandidaten te discussiƫren en volgende week een beslissing te nemen. De Koster wil nog deze dag een beslissing nemen.
Daarna wordt gediscussieerd over de vraag of leden van het kabinet in aanmerking komen
Nelissen stelt dat de inhoud van de portefeuille niet zozeer belangrijk is alswel dat het Nederlandse lid nauw contact houdt met de Nederlandse regering.
Biesheuvel deelt mee dat zijn keuze voor het lijstrekkerschap van de ARP tevens een beslissing was om een eventuele kandidatuur voor de Europese Commissie niet te aanvaarden. Hij stelt voor dat in de komende dagen over de andere voorgestelde kandidaten verder wordt nagedacht.
Besloten wordt op 6 december een extra vergadering te wijden aan de kandidaatstelling.