Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02513
13-01-1972
Samenvatting
51/72. Goedkeuring toetredingsverdrag.
Met de afsluiting van dit verdrag is een van de grote doelstellingen van de Nederlandse buitenlandse politiek verwezenlijkt. Vanaf het begin heeft Nederland de aanwezigheid van het VK binnen de EG gewenst. De redenen waren van zeer algemene en fundamentele aard: het besef dat een integratie van slechts zes landen nooit tot het hoofddoel (versterking van W-Europa) zou kunnen leiden; de verwachting dat het binnentreden van democratische, naar buiten gerichte, aan Nederland verwante landen, de teneur van de gemeenschapspolitiek in gunstige zin zal beïnvloeden en met name een naar binnen gekeerd Europees nationalisme zal tegengaan; de hoop dat de toetreding van het VK een beter evenwicht zal bewerkstelligen tussen de grote lidstaten en met name de Frans-Duitse hegemonie zal verhinderen; economische overwegingen.
De onderhandelingen hebben i.h.a. een vlot verloop gehad. De positie van Nederland was echter niet gemakkelijk. De vraag was steeds of we in het intern overleg ons standpunt moesten vasthouden en daarmee de onderhandelingen vertragen of akkoord gaan, maar dan instemmen met een minder goede positie van de zes. De Nederlandse positie is over het geheel genomen redelijk groot geweest. Het onderhandelingsresultaat is bevredigend te noemen.
Verwacht wordt dat de Gemeenschap nu een periode van geringe vooruitgang tegemoet gaat. Om dit zo kort mogelijk te houden, is het belangrijk dat medio dit jaar een topconferentie wordt gehouden.