Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02534
17-08-1973
Actoren
Memorandum
Samenvatting
648. Toekomstig EEG-landbouwbeleid.
De bezwaren die in het verleden tegen het huidige landbouwbeleid werden aangevoerd, waren verschillend van aard. De verantwoordelijken voor het loon- en prijsbeleid in Nederland en die voor consumentenbelangen richten hun kritiek op het kunstmatig hoge prijspeil. Aangezien de productiekosten voor enkele basisproducten in de EG veel hoger liggen dan in grote agrarische exportlanden moest de marktprijs kunstmatig hoog worden gehouden door een systeem van heffingen. Dit prijspeil leidde op zijn beurt tot overproductie. De herstructurering van de Europese landbouw wordt echter bemoeilijkt door een vrij plotseling tekort aan vele basisproducten op de wereldmarkt. Echter het systeem dat de boer zijn inkomen moet halen uit de markt, gekoppeld aan een eenheidsprijs in de Gemeenschap, heeft tot gevolg dat de prijzen worden afgesteld op de minst efficiënte boer. De meest efficiënte boeren genieten hierdoor hoge inkomens. Dit is alleen op te lossen door te differentiëren tussen meer of minder efficiënte bedrijven.
E.e.a. brengt Hartogh tot de conclusie dat een radicale wijziging van het landbouwbeleid, hoezeer wellicht wenselijk vanuit sommige gezichtshoeken, niet haalbaar en niet wenselijk is. Wel zal het beleid productsgewijs moeten worden omgebogen om te zorgen dat de zelfvoorzieningsgraad van de Gemeenschap vooral voor producten van ontwikkelingslanden niet stijgt en de productie van overschotproducten wordt afgeremd.