Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Regionaal fonds en regionaal beleid in de EEG.
Reeds sedert jaren probeert Italië, gesteund door de Europese Commissie, een regionaal fonds in het leven te roepen dat gemeenschapsgelden beschikbaar moet stellen voor de ontwikkeling van Zuid-Italië. Bij geen der andere (destijds 5) lidstaten wekte dit idee veel enthousiasme. Toen besloten werd de eerste fase van de EMU in te gaan, kon aan de aandrang van Italië geen weerstand meer worden geboden. Het principe van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor achtergebleven gebieden werd aanvaard. De Nederlandse minister van Financiën stelde echter uitdrukkelijk dat een fonds hiervoor niet in de eerste fase thuishoorde en dat pas in de tweede fase de Gemeenschap een taak zou hebben. Door de toetreding van Engeland is de positie van Italië sterker geworden. Nederland blijft echter de totstandkoming van het fonds zien in het licht van de ontwikkeling van de EMU. De vragen die aan de orde zijn betreffen de omvang van het fonds, de criteria en gebieden die beneficiair zullen zijn en de vraag of uitkeringen uit het fonds complementair aan nationale steun moeten zijn of deze gedeeltelijk vervangen. Tenslotte het beheer van het fonds. Wie maakt uit welke projecten steun krijgen en hoe verhindert men dat het plafond wordt overschreden.
Het geheel overziende blijkt dat de opzet van het fonds ver afstaat van wat Nederland zich hiervan had voorgesteld.

De nota wordt besproken in de vergadering van de coordinatiecommissie van 30-10-1973.
Zie ook