Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02621
25-09-1974
Actoren
Memorandum
Samenvatting
178. Evaluatie gesprekken Elysee/Quay d'Orsay inzake Europese Politieke Samenwerking.
Hoewel er overeenstemming bestaat over de noodzaak nieuwe initiatieven te ontwikkelen om de dreigende desintegratie van de Gemeenschappen tegen te gaan, verschillen de voorgestelde oplossingen. Terwijl de Fransen en Engelsen 'pragmatische' voorstellen willen doen, willen de Benelux, Ierland en Denemarken voortgang bereiken op verschillende materiƫle beleidsterreinen. De Duitse opstelling is niet duidelijk. Als Nederlandse beleidslijn bij de voorbereiding van de top in december zou moeten zijn dat daar wordt vastgehouden aan evenwichtige vooruitgang op materieel en institutioneel gebied. Het scheppen van politieke constructies zonder inhoud wordt afgewezen.
Brinkhorst onderschrijft de noodzaak om de kunstmatige scheiding tussen EPS en EEG te verminderen en op elkaar af te stemmen. De Gemeenschapsstructuur moet worden versterkt en moet niet ondergeschikt worden gemaakt aan de EPS. De oprichting van een 'licht' secretariaat voor de EPS moet worden afgewezen.
Nederland blijkt uitbouw en bevoegdheden van het Europees Parlement. Brinkhorst heeft weinig moeite met de vorming van de Europese Raad, maar meer met de omstandigheden waaronder dit gebeurt.