Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Nota 306. BG BEB aan Langman inzake Europese Veiligheidsconferentie.
Uit een werkdocument bleek dat de ministers van Buitenlandse Zaken van de EG op 20 november 1972 bij de voorbereiding van Helsinki binnen de EG zullen worden bestudeerd: dat de negen zich bereid kunnen verklaren te onderhandelen over tariefconcessies in ruil voor non-tarifaire concessies die de Oostbloklanden zouden kunnen doen. Voorts zouden de negen zich open kunnen verklaren m.b.t. de kwantitatieve beperkingen.
Een bereidheid om te verklaren dat de EG in een later stadium bereid is te komen tot onderhandelingen over tarieven en kwantitatieve beperkingen is echter niet opportuun, daar in de EEG nog geen concensus bestaat over de tegenover O-Europa te voeren gemeenschappelijke handelspolitiek. Bovendien horen tariefonderhandelingen in de GATT thuis. Verder acht de BEB het onwenselijk de erkeninning van de EG uit te ruilen tegen handelspolitieke concessies, evenmin als inruilen van handelspolitieke tegen politieke concessies.
Conclusie: zolang in de EEG geen gemeenschappelijke handelspolitiek is vastgesteld zal men zich van aanbiedingen aan Oostbloklanden moeten onthouden.