Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02760
11-11-1971
Actoren
Nota met bijlage
Samenvatting
Raamwerk voor een Nederlandse nota aan de EEG over ontwikkelingssamenwerking.
1. De Nederlandse regering heeft herhaaldelijk de wens uitgesproken dat de EEG zich intensief dient te gaan bezighouden met het vraagstuk van samenwerking met de ontwikkelingslanden.
2. Belangrijke elementen van samenwerking met ontwikkelingslanden (handelspolitiek en indirect industrie- en landbouwpolitiek) zijn buiten de nationale soevereiniteit gekomen. Bovendien is de EEG één van de grootste economische machten in de wereld geworden.
3. De Nederlandse regering stemt in met het voorstel om de EEG-raad van ministers OS bijeen te roepen en in deze raad overleg te voeren inzake de EEG-politiek inzake OS.
4. Bij de voorstellen van de Europese Commissie inzake OS moeten kanttekeningen worden geplaatst.
5. Uitgangspunt van een EEG-OS-beleid moet volgens NL zijn de vraag op welke wijze door de EEG zo effectief mogelijk kan worden bijgedragen aan de realisatie vd door de VN aanvaarde Ontwikkelingsstrategie.
6. De uitgangspunten vd Commissienota wijken in een aantal opzichten af vd denkbeelden die in de Strategie en in het Nederlandse beleid t.a.v. de 3e Wereld zijn vastgelegd. A) de Commissienota beoogt niet coördinatie per ontvangend land maar tussen een deel vd donorlanden onderling. B) Azië en L-Amerika mogen niet het slachtoffer worden van toevallige historische banden van enkele lidstaten met Afrika.
7. Noodzaak van overleg over onderdelen van OS waarover lidstaten hun autonomie behouden.
8. Bij formulering van een EEG-samenwerkingsbeleid zal centraal dienen te staan de vraag hoe de EEG instrumenteel kan zijn aan de realisatie vd EEG-Ontwikkelingsstrategie.

Deze nota is een bijlage van een memo van souschef DIE t..b.v. bespreking M. R. en T op 15/11. Bijgevoegd de verbeterde versie van ontwerp-agenda.
Zie ook