Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02779
25-09-1968
Actoren
Memorandum
Samenvatting
883. Vernieuwing Afrikaanse associatie-overeenkomsten.
In de conclusies van de CoCo van 10 juli wordt gesteld dat de intentieverklaring van 1963 moet worden bevestigd, waardoor de mogelijkheid wordt opengehouden van een associatie van andere Afrikaanse en Caraïbische landen. Hiertegen is geprotesteerd door Suriname en de Nederlandse Antillen. Zij richten zich vooral tegen reactivering van de intentieverklaring t.a.v. Gemenebestlanden in het Caraïbisch gebied. Nederland kan hier niet mee akkoord gaan. De verklaring is een plechtanker ter verzekering van de openheid van de associatie. De openheid is de basis van het Nederlands beleid t.a.v. associatie.
Evenmin kan Nederland er niet mee akkoord gaan dat de associatie niet zou gelden voor Gemenebestlanden in het Caraïbisch gebied. Dit geeft Frankrijk een argument tegen uitbreiding van de associatie in Afrika.
Zolang het VK nog niet is toegetreden is het Caraïbische associatieverzoek allerminst zeker. De vrees van Suriname en de Antillen is dan ook voorbari.