Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Bespreking er voorbereiding van de Europese Raad.
Aanwezig een delegatie van de Nederlandse regering o.l.v. Den Uyl en de Europese Commissie ol.v. Ortoli.
1. Financieel-economische situatie in de Gemeenschap. Ortoli waarschuwt dat een verhoging van de olieprijs met 10 à 15% in 1977 zou kunnen leiden tot betalingsbalansproblemen in enkele lidstaten. In de Raad zou moeten worden gesproken over de vraag op welk momen en onder welke voorwaarden lidstaten met een overschot op de balans de deficitaire lidstaten net als in 1974 de helpende hand kunnen bieden. Voor sommige regeringen is wellicht de politieke grens bereikt om nog verdergaande saneringsmaatregelen door te voeren.
Duisenberg meent dat een discussie in de ER van belang is om de Duitse weerstanden tegen zijn Duisenberg-plan te overwinnen. De in dit plan voorziene versterking van de economische en monetaire discipline past geheel in de Duitse benadering, maar de eveneens voorziene verruiming van de mogelijkheden tot kredietverlening leidt echter tot een overwegend negatieve waardering door de Duitsers. Mogelijk kan de ER door het benadrukken van het disciplinaire aspect van het plan de Duitse regering over de streep trekken.
Duisenberg waarschuwt voor herleving van protectionisme, welke zorg gedeeld wordt door Gundelach.
Verder werd gesproken over de noord/zuidverhouding en de discussie over de vorming van een gemeenschappelijk grondstoffenfonds.