Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02866
19-02-1976
Samenvatting
81. Rapport Tindemans.
Tindemans constateert dat de communautaire samenwerking een malaise doormaakt en met een diepe recessie wordt geconfronteerd. Hij wil het streven naar Europese eenwording nieuw elan geven door een aantal acties op het niveau van de Gemeenschap te initiëren. Helaas staat hij niet stil bij de oorzaken van de malaise, waarbij Margrés wijst op de economische crisis.
De werkelijke problematiek ligt in het feit dat weliswaar de wil tot Europese eenwording bestaat, maar dat deze wil in de loop der tijd minder werd vertaald in concrete doelstellingen, die voor alle lidstaten aanvaardbaar waren. Regeringen en parlementen worden zich steeds meer bewust dat verdergaande integratie onvermijdelijk in het eigen nationale vlees zal gaan snijden. De oproep van Tindemans wordt daarbij gezien als een uitnodiging voor een sprong in het duister. Ontbreekt de noodzakelijke overtuiging bij de bevolking in de lidstaten dat totstandkoming van een EU van groot belang is voor hun welvaart en welzijn, dat het offer van de eigen nationale identiteit verantwoord is, dan kunnen ook procedurevoorstellen het enthousiasme voor een versnelling van het integratieproces niet tot stand brengen.