Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Verslagen Werkgroep Europese Unie, 22 mei en 5 juni 1975.
22 Mei. Oort onderschreef de stelling dat de EMU een integrerend onderdeel van de Europese Unie moet zijn. Totstandkoming van de EMU is een test voor de bereidheid van de lidstaten om tot een EU te komen. Een muntunie zoals omschreven in het rapport-Spierenburg achtte hij onevenwichtig omdat het geen rekening houdt met verschillen in de ontwikkeling van inkomens en productiviteit in de lidstaten. Hij betwijfelde of het besluit om te komen tot een muntunie zou leiden tot een inkomensbeleid en een economisch beleid op terreinen die niet door die unie worden gedekt. De benandering van Spierenburg achtte hij 'alles of niets'.
5 juni. Na.v. de rapporten Spierenburg en Marjolin stelde Brinkhorst de vraag of men de mening deelde dat voortgaan op de bestaande voet in de Europese samenwerking leidt tot wegkwijnen. Sassen onderschreef dit en wees erop dat Marjolin hierover een goede analyse geeft maar geen oplossing. Oort meende echter dat men het niet te dramatisch moet aanzetten.