Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03026
24-11-1978
Samenvatting
Globale schets van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Dit beleid kent drie wezenskenmerken: 1. dat het vrije intra-communautaire handelsverkeer van alle producten onder dit beleid vallen, 2. de communautaire prefrentie, 3. gemeenschappelijke financiƫle solidariteit. Volgens de nota is een van de grote vraagstukken van het GLB om tegelijkertijd a) redelijke prijzen en inkomens voor de producenten te realiseren, b) een redelijk marktevenwicht te handhaven, c) de kosten van het beleid in het redelijke te houden.
Recent heeft Callaghan kritiek op het beleid geuit, nl. dat de gemeenschap liberaler moet zijn t.a.v. de import uit derde landen, exportsubsidies beter zou moeten besteden, een einde maken aan prijsverhogingen voor overschotproducten.
Het getuigt echter van weinig begrip voor de bestaande situatie om thans vergrote import en inperking van de export te bepleiten. In de bestaande situatie is dit ondenkbaar. De Nederlandse benadering is veeleer dat gestreefd moet worden naar een redelijk evenwicht tussen productie en afzetmogelijkheden.