Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03124
28-05-1976
Samenvatting
Voorbereiding Nederlands voorzitterschap EEG.
Oort heeft zich de vraag gesteld op welke terreinen Nederland een impuls zou kunnen afgeven.
M.b.t. de coördinatie van het economisch beleid is Oort niet optimistisch. Zolang de landen niet bereid zijn op dit terrein engerlei dwang te aanvaarden, kan men niet veel verder komen.
Een mogelijk initiatief voor een 'parallele munt' is niet opportuun, gezien de houding van Duitsland en de acute problemen van Italië.
Een groter probleem is sinds het uittreden van Frankrijk de scheiding tussen slanglanden en niet-slanglanden. Oort acht dit een gevaar voor de EG. Tot dusver hebben echter slanglanden zich steeds verzet tegen gedachten om naast de slang enigerlei vorm van monetair kader te creëren waaraan alle EEG-landen kunnen deelnemen. Nederland wil de slang niet verzwakken. Dit neemt echter niet weg dat serieus moet worden gedacht aan een monetair kader waaraan ook de slang kan deelnemen zonder zijn strakkere interne regiem prijs te geven. Het politieke voordeel is dat het de gevaarlijke tweedeling van de EEG opheft. Het zal echter wel voor alle lidstaten aanvaardbaar moeten zijn.