Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03180
28-11-1980
Actoren
Memorandum
Samenvatting
155. Europese Stichting.
De Franse ambassadeur is druk doende om het idee te pousseren, dat Nederland tijdens het komende EEG-voorzitterschap het dossier van de Europese Stichting uit de kast haalt en de stichting op te richten. Tijdens de Europese Raad in 1978 in Kopenhagen werd tot oprichting besloten. Sedertdien is er geen vooruitgang geboekt. Nederland heeft duidelijke bezwaren: er is reeds een Europese Culturele Stichting, gevestigd in Amsterdam. Bovendien zijn alle EEG-landen, m.u.v. Frankrijk, van mening dat de EEG een duidelijke stem moet hebben in de Stichting.
Totstandkoming van een Europese Stichting te Parijs zal tot een beperking van de Europese Culturele samenwerking kunnen leiden, gezien het kleinere aantal deelnemende landen en uitholling van het werk dat in Straatsburg wordt gedaan. Voorts zal de totstandkoming leiden tot verpolitieking. De Amsterdamse stichting, die geheel uit particuliere fondsen baanbrekend werk doet en zelf haar werkzaamheden bepaalt, zal op deze wijze worden onttroond.
Het is dus af te raden dat Nederland op enigerlei wijze op de voorstellen van de Franse ambassadeur ingaat.