Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
2c. Europese Raad van 29 en 30 juni 1981: Uitvoering mandaat van 30 mei 1980.
Van der Klaauw meent dat Nederland de door Thorn voorgestelde Commissie van Wijze Mannen moet blijven afwijzen. Uitvoering van het mandaat van 30/5/80 dient via normale kanalen te geschieden.
Van der Stee spreekt liever van de Raad in geëigende samenstelling. De met de herstructurering gemoeide financiële en economische belangen zijn zo aanzienlijk dat zelfs een gecombineerde Raadszitting van ministers van BuZa en Fin. gerechtvaardigd zou zijn. Hij maakt bezwaar tegen behandeling van de herstructurering enkel door de ministers van Buitenlandse Zaken.
Van Aardenne wijst op de in persberichten gedane suggestie dat Nederland bereid zou zijn in te stemmen met netto-overdracht in het kader van het regionaal fonds. Nederland is geenszins bereid om de veertig miljoen gulden die het ontvangt uit het EFRO voor m.n. Limburg op te geven.
Geconcludeerd wordt dat Nederland de voorkeur geeft aan een normale procedure boven een Comité van Wijze Mannen en dat bij behandeling van dit dossier inschakeling van de ministers van Financiën niet moet worden uitgesloten en dat de persberichten over de Nederlandse positie nadrukkelijk tegengesproken moeten worden. Voorts dat vormen van renationalisatie van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten worden afgewezen met dien verstande dat wel gesproken kan worden over zekere nationale inkomenstoeslagen mits niet communautair gefinancierd.