Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4b. Voorbereiding Europese Raad van 26/27 november 1982: de mandaatsproblematiek.
Besproken wordt een nota van DGES. Van der Stoel merkt op dat Griekenland voor een additionele complicatie zou kunnen zorgen. Hij wijst erop dat de uitbreiding van de leningscapaciteiten van het nieuw communautair instrument (NIC) ook al op 13 nov. Is besproken. Financiën maakt geen bezwaar, maar wenst deze pas gerealiseerd te zien op het moment dat er noodzaak toe is. Van der Stee mist in het commentaar van DGES dat Nederland niet op de BRD vooruit wil lopen. Verder verwerpt hij het idee van een sociaal volet voor andere dan de staalsector. Een discussie over uitbreiding van het regionaal en sociaal fonds is pas relevant als de coördinatie tussen de fondsen en de effectiviteit verbeterd zijn.
Geconcludeerd wordt dat de ontwerp-conclusies van het voorzitterschap kunnen worden aanvaard onder de aantekening dat de delegatie kan instemmen met een concentratie van de middelen van het regionale fonds op de zwakke regio's van de minst ontwikkelde lidstaten, hetzij bij voorkeur in de non-quotasector, hetzij in de quotasector, maar niet in beide sectoren.
Inzake de budgettaire aspecten van het landbouwbeleid wordt besloten om zo lang mogelijk vast te houden aan het Nederlandse voorstel, met dien verstande dat de budgettaire doelstelling voorop dient te staan.
Inzake de bijdrage aan het VK wordt geconcludeerd dat de delegatie zal blijven insisteren dat een eventuele betaling aan het VK op de normale wijze - dus via de EG-begroting - wordt gefinancierd.