Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03342
14-06-1984
Actoren
Memorandum
Samenvatting
38/84. Europese Unie - perspectieven van dit ogenblik.
De tijd lijkt gekomen om een ruwe schets te maken van wat een Nederlandse filosofie zou kunnen zijn t.a.v. de Europese Unie.
Elementen van het Spinelli zijn 1) een nieuw verdrag dat de oude verdragen vervangt, 2) een nieuwe vorm van besluitvorming met een grotere wetgevende rol van het Europees Parlement, 3) een breder werkterrein, 4) de EU kan in werking treden zonder dat alle tien lidstaten hun goedkeuring eraan hebben gegeven (maakt het mogelijk impasses te doorbreken).
Nederland moet erkennen dat de impuls van de verdragen van Rome en Parijs is uitgewerkt. Met de huidige methoden en uitgangspunten komt men niet veel verder. Zoeken naar een nieuw begin heeft echter alleen zin wanneer de Gemeenschap haar slepende conflicten eindelijk zou oplossen. Is zij hiertoe niet in staat, dan heeft het weinig zin om te speculeren over een betere toekomst.
Met Mitterand is Nederland van mening dat een nieuw verdrag aanvullend dient te zijn op de bestaande. De EG dienen de kern te blijven van de Europese eenwording. De nieuwe opzet moet niet geïnspireerd zijn door de wens zich te ontdoen van minder coöperatieve lidstaten. Het streven naar een grotere rol van het EP wordt door Nederland ondersteund. Tot de nieuwe werkterreinen behoren naast sociaal, cultureel en justitieel beleid ook te behoren de politieke samenwerking en de veiligheid.
Nederland steunt het voorstel om een regeringsconferentie bijeen te roepen.