Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03392
31-05-1983
Samenvatting
Toekomstige verlangens en belangen van Nederland t.a.v. de EG.
In de REZ van 25/2 en 18/3 is besloten tot een inventarisatie waaruit desiderata moeten voortvloeien, waarop het beleid van Nederland t.a.v. de Gemeenschapsontwikkeling gericht dient te zijn. Met het oog op de financieringsproblematiek, de herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de uitbreiding met Spanje en Portugal is het van groot belang in te schatten, welke belangen en voordelen, die Nederland heeft bij de EG, op het spel staan en daarop de opstelling van Nederland af te stemmen.
I.h.a. kan worden gesteld dat de Europese samenwerking een ontontbeerlijk kader blijft voor economisch herstel en ontwikkeling. Dit uitgangspunt blijft het rechtvaardigen dat Nederland zich blijft inzetten voor behoud van Europese samenwerking volgens communautaire formules en disciplines.
Gezien de recessie en het beleid van de lidstaten om de begrotingstekorten terug te dringen dient het Nederlandse beleid zich in hoofdzaak te richten op handhaving van het bereikte optimum in de huidige Europese samenwerking. Het Nederlandse beleid zou zich daarom bij voorrang moeten richten op een vrije interne markt, handelspolitiek, ontwikkelingssamenwerking, ontwikkeling transportbeleid, behoud en ontwikkeling landbouwpositie, economische convergentie, politieke samenwerking, institutionele voorzieningen.
Zie ook