S03544
23-01-1986
Actoren
Memorandum
Samenvatting
10/86. Gesprek met Deense journalisten.
Met het oog op het gesprek van Van den Broek met zijn Deense collega Elleman-Jensen heeft Posthumus Meyjes enkele gesprekspunten op papier gezet over de ondertekening van de Europese Akte, bedoeld voor de ontmoeting met de pers.
1. Benadrukt moet worden dat elf lidstaten de akte op 17 februari gaan ondertekenen, een defintief besluit hierover valt maandag a.s. Tegenover de Deense publieke opinie moet uiting worden gegeven van de ernst waarmee de grootst mogelijke meerderheid binnen de Gemeenschap de zaak beschouwt en de haast die iedereen wil maken met de zo noodzakelijke vernieuwingen en verbeteringen.
2. Heropening van de gesprekken over de Acte Unique moeten volledig uitgesloten worden geacht.
3. Uiteen kan worden gezet dat de nieuwe bepalingen over de wetgevende samenwerking tussen Raad en EP enerzijds een vergroting van de rol van het EP inhouden, maar anderzijds ruimschoots blijven binnen de bevoegdheidsverdeling die in het verdrag is neergelegd. De wijzigingen laten het rollenspel tussen Commissie, Raad en Parlement intact en raken evenmin de verdeling van de bevoegdheden tussen Gemeenschap en lidstaten.
4. De bepalingen inzake handhaving van nationale normen op het gebied van arbeidsomstandigheden en milieu behoren tot de meest zorgvuldig geredigeerde van het gehele pakket van de IGC.
5. Inzake het Deense referendum bekent een negatieve uitslag enkel dat de Acte Unique niet tot stand kan komen. Het is echter een illusie te menen dat daarmee de kous af is. Een Deense afwijzing zal op de langere termijn gevolgen hebben voor de positie van het land als lidstaat.
Met het oog op het gesprek van Van den Broek met zijn Deense collega Elleman-Jensen heeft Posthumus Meyjes enkele gesprekspunten op papier gezet over de ondertekening van de Europese Akte, bedoeld voor de ontmoeting met de pers.
1. Benadrukt moet worden dat elf lidstaten de akte op 17 februari gaan ondertekenen, een defintief besluit hierover valt maandag a.s. Tegenover de Deense publieke opinie moet uiting worden gegeven van de ernst waarmee de grootst mogelijke meerderheid binnen de Gemeenschap de zaak beschouwt en de haast die iedereen wil maken met de zo noodzakelijke vernieuwingen en verbeteringen.
2. Heropening van de gesprekken over de Acte Unique moeten volledig uitgesloten worden geacht.
3. Uiteen kan worden gezet dat de nieuwe bepalingen over de wetgevende samenwerking tussen Raad en EP enerzijds een vergroting van de rol van het EP inhouden, maar anderzijds ruimschoots blijven binnen de bevoegdheidsverdeling die in het verdrag is neergelegd. De wijzigingen laten het rollenspel tussen Commissie, Raad en Parlement intact en raken evenmin de verdeling van de bevoegdheden tussen Gemeenschap en lidstaten.
4. De bepalingen inzake handhaving van nationale normen op het gebied van arbeidsomstandigheden en milieu behoren tot de meest zorgvuldig geredigeerde van het gehele pakket van de IGC.
5. Inzake het Deense referendum bekent een negatieve uitslag enkel dat de Acte Unique niet tot stand kan komen. Het is echter een illusie te menen dat daarmee de kous af is. Een Deense afwijzing zal op de langere termijn gevolgen hebben voor de positie van het land als lidstaat.