Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03548
19-12-1985
Samenvatting
T24/665. Hofprocedure van Raad tegen Europees Parlement wegens overschrijden bevoegdheden bij vaststellen begroting 1986.
Tot het instellen van een hofprocedure kan worden beslist bij gewone meerderheid. Nederland is voorstander van deze procedure. Voor het aanspannen ervan pleit dat het zeer belangrijk is dat er duidelijkheid komt over de grenzen van het EP op begrotingsgebied. Waar Raad en EP samen de verantwoordelijkheid hebben voor het opstellen van de begroting, met elkaar aanvullende bevoegdheden, is het onwerkbaar dat het EP jaar in jaar uit eenzijdig zijn bevoegdheden overschrijdt en zich niets aantrekt van de bevoegdheden terzake. Daarbij komt nog dat er op die manier niets terecht komt van enige begrotingdiscipline.
Aan de andere kant ontstaat er een wat moeizame situatie wanneer de Raad niet meer als Raad de procedure aanspant. Het is dan de vraag of, mede gezien het voorzitterschap, het juist Nederland moet zijn dat voorop loopt bij een hofprocedure. Zo'n procedure zal de relatie met het EP doen verslechteren. Het lijkt in ieder geval aangewezen als Nederland tezamen met tenminste drie andere lidstaten de procedure aanspant.
Ruding zou er voorstander van zijn van een procedure van desnoods Nederland alleen. L&V en EZ zullen er waarschijnlijk minder voor voelen.