Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03566
02-07-1985
Actoren
codebericht
Samenvatting
Evaluatie Europese Raad, Milaan, 28-29 juni 1985.
De ER werd overheerst door de follow-up van het Rapport-Dooge, met name de aanbeveling om een intergouvernementele conferentie bijeen te roepen om nieuwe verdragsregels op te stellen en bestaande te herzien, vooral t.a.v. besluitvorming. Deze uitkomst van de ER kan worden gezien als een stap van betekenis. De gedachte dat de Gemeenschap behoefte heeft aan versterking van de verdragsbasis en aan verbreking van de verlammende ban van het unanimiteitsvereiste heeft aan aanhang en precisie gewonnen. De drie tegenstribbelende lidstaten (VK, Denemarken en Griekenland) zullen hun positie moeten heroverwegen. Teleurstellend was dat het niet lukte overeenstemming te bereiken over verdragsregels die kunnen leiden toe verbetering van de besluitvorming. Verder leverde de ER als resultaten op: de goedkeuring van het rapport-Adonnino over Europa van de burgers, goedkeuring van het werkprogramma van de Europese Commissie voor realisering van de interne markt in 1992 en positief ontvangst van de technologie-initiatieven.
Voor het eerst in lange tijd is tijdens de ER gesproken over aard en einddoel van de Europese integratie. De scheiding die nu tussen lidstaten is ontstaan over het bijeenroepen van een conferentie kan een heilzaam effect hebben en misschien beweging brengen in de patstelling die bestaat sinds het akkoord van Luxemburg van 1966.