Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03669
08-03-1983
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 8 maart 1983.
1. Voorbereiding Algemene Raad van 14/15 maart a.s. Besproken wordt de agenda van de Europese Raad van 21/22 maart. De CoCo meende dat voortgang t.a.v. de interne markt bevredigend is. Nederland kan instemmen met het voortgangsrapport aan de ER. Verder zou Nederland de behandeling van het gemeenschappelijk vervoersbeleid en de harmonisatie van diensten willen bepleiten.
1.2. Toekomstige financiering van de Gemeenschap (Groenboek). De discussie maakt nog weinig voortgang. De CoCo formuleerde een aantal randvoorwaarden voor de Nederlandse opstelling.
- De noodzaak de uitbreiding van de financieringsbasis van de Gemeenschap moet adequaat worden aangetoond, zeker gezien de noodzaak tot terugdringing van overheidsuitgaven.
- De EG-begroting moet aan een effectiever systeem van beheer en beheersing worden onderworpen.
- Door begrenzing van de landbouwuitgaven dient ruimte te worden geschapen voor nieuw beleid.
- Een uitbreiding moet zoveel mogelijk een bijdrage leveren aan het Britse bijdragevraagstuk.
- Als de eigen middelen moeten worden uitgebreid, dan dient dit bij voorkeur te geschieden via een verhoging van de BTW-afdracht.
- Het nieuw te financieren beleid moet dienen tot versterking van de Gemeenschap en gepaard moeten gaan met een vermindering van nationaal te financieren taken.
1.3. Uniforme verkiezingsprocedure Europees Parlement. De CoCo meent dat het tellen van de stemmen moet plaatsvinden op de verkiezingsavond, maar dat de resultaten geheim moeten blijven tot na het weekende. De argumenten om het kiesrecht uit te breiden naar in Nederland wonende onderdanen van andere lidstaten zijn te zwak voor indiening van een wetsontwerp, tenzij voldoende lidstaten bereid zijn deze wetswijziging door te voeren.