Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03674
17-05-1983
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 17 mei 1983.
1. Algemene Raad, 24/25 mei. 1.6. De toekomstige financiering van de Gemeenschap.
Nederland meent dat de huidige begrenzing van de eigen middelen de verdere ontwikkeling van de EG niet in de weg mag staan; daarbij dient ook gedacht te worden aan de toetreding van Spanje en Portugal. Dit stanpunt kan echter niet los worden gezien van de dringende eis van nationaal beleid om het tekort op de overheidsfinanciering terug te dringen en het beslag van de publieke sector op de economie te verminderen. Daarom moet de uitbreiding van de eigen middelen voldoen aan een aantal voorwaarden. De voornaamste is dat de dominerende rol van de landbouwgarantieuitgaven moet worden verminderd. Nederland denkt aan een terughoudend prijsbeleid, beperking van de te garanderen hoeveelheden product, versterking van de gehanteerde meerjarige uitgaven norm van de landbouwuitgaven t.o.v. de stijging van de eigen middelen, grotere bijdragen van de producenten, meer kostenbewust marktbeheer, directe beïnvloeding van de productieontwikkeling.
Nederland acht de huidige BTW-sleutel een goede afspiegeling van de relatieve welvaart en draagkracht van de lidstaten. Differentiatie van de BTW-afdracht per lidstaat is ongewenst.
T.a.v. de interim-oplossing voor het VK concludeerde de CoCo dat de compensaite gebaseerd dient te zijn op het model voor 1982.