Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03687
17-07-1984
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 17 juli 1984.
1. Voorbereiding Algemene Raad 23/24 juli.
1.3 Institutionele vraagstukken van de toetreding. De CoCo meent dat getracht moet worden om zo mogelijk van de toetreding gebruik te maken bij het streven naar verbetering van besluitvormingsprocedures binnen de Gemeenschap. Gezien het krappe tijdschema van de onderhandelingen is de ruimte om resultaten te bereiken gering. W.b. de ontwerp-verklaringen meende de CoCo dat de gekwalificeerde meerderheid voor besluitvorming op ten hoogste 54 stemmen bepaald moest worden. Geconcludeerd wordt dat Nederland zal aandringen op inhoudelijke bespreking van de Commissievoorstellen van 1983 betreffende verbetering van de besluitvorming. Nederland staat positief tegenover de voorstellen.
1.11 Eigen middelenbesluit. Op 12 juli heeft de Commissie een nieuw voorstel voor uitbreiding van de eigen middelen gedaan. De noodzaak van spoedige besluitvorming werd onderkend, maar dit is in de a.s. Raad nog niet mogelijk vanwege het ontbreken van een advies van het Europees Parlement. De voorgestelde datum van inwerkingtreden (1-10-1985) werd afgewezen, omdat dit de nationale parlementen voor een voldongen feit stelt. Het verdient wel de aanbeveling in een Raadsverklaring op te nemen, dat de regeringen van de 10 beloven ratificatie en inwerkingtreding op 1-10-1985 zoveel mogelijk te bevorderen.
1.13. Follow-up Europese Raad. De Ierse premier heeft voorgesteld twee ad-hoc comités te vormen voor de behandeling van institutionele vraagstukken. Van Nederlandse zijde zal de staatssecretaris zitting nemen. Het mandaat zal zijn het functioneren van de instellingen, het functioneren van de EG op sociaal-economisch terrein, de uitbreiding van de competentie naar nieuwe beleidsterreinen en de voortgang op weg naar een Europese Unie. Het tweede comité zal aanbevelingen doen mb.t. verbetering van de betekenis van de EG voor de Europese burger. De CoCo meende dat deze aangelegenheid niet alleen bilateraal tussen leden van de ER maar dat de Algemene Raad hierin wordt gemengd.
Zie ook