Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03710
09-07-1985
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 9 juli 1985.
2. Follow-up Europese Raad van Milaan dd. 28/29 juli. A) Intergouvernementele conferentie. Hiervoor zijn drie varianten aan de orde: a) de Britse variant, nl. een informele afspraak om voor meerderheidsbesluitvorming gebruik te maken van de mogelijkheid van onthouding van stemming bij unanimiteitsbeslissingen, die liggen op het gebied van de uitbouw van de interne markt; b) De Delors-variant, verdragswijziging om meerderheidsbesluitvorming in te voeren. Daarnaast enige verbetering van de positie van het Europees Parlement. Ook deze variant is gericht op uitbouw interne markt in de ontwikkeling van technologiebeleid; c) de EU-variant, uitgaande van de Frans-Duitse benadering, die in vergaande mate aan de opvattingen van het EP inzake de EU tegemoet kwam.
Het ligt nu in de bedoeling om een intergouvernementele conferentie te houden. De Benelux opteert hierbij voor een verrijkte Delors-variant. Er moet hoog worden ingezet teneinde een bevredigend eindresultaat te krijgen. Tot de verdragswijziging zouden de Britse suggesties gehanteerd kunnen worden. De CoCo kon zich vinden in deze benadering. Ook werd gesproken over de mogelijkheid van een EPS-verdrag.
3. Eureka. Nederland zal deelnemen aan de conferentie te Parijs op basis van een nota die door O&W en EZ zal worden voorbereid. De CoCo meende dat Nederland een tweesporenbeleid moet volgen door enerzijds de activiteiten van de Commissie binnen de EG te ondersteunen en anderzijds deel te nemen aan Eureka, waarin ook niet-EG-landen zullen deelnemen.
Zie ook