Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
5. Nota inzake de positie van de minister-president in verband met diens lidmaatschap van de Europese Raad.
Van Agt wil in de raad slechts een procedurevoorstel bespreken voor behandeling van de nota omdat de Tweede Kamer snel over de nota wil beschikken.Van der Klaauw en hij zijn het eens zijn over de inhoud. Andriessen pleit ervoor te benadrukken dat de minister-president de positie van "primus inter parus" vervult. Van der Stee merkt op dat de minister-president steeds meer het standpunt van het kabinet als geheel moet verwoorden. De minister-president dient in de gelegenheid te worden gesteld zich te verstaan met de andere Europese regeringsleiders. Het verdient daarom geen aanbeveling deze positie aldus af te zwakken. Van Agt betreurt het dat het niet mogelijk was de nota inhoudelijk te bespreken in de raad. De raad besluit de nota aan de Tweede Kamer te zenden als de SG’s van Algemene Zaken, Buitenlandse Zaken, Financiën en Economische Zaken tot overeenstemming komen over de inhoud.
Zie ook