Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3. De Europese Unie.
De werkgroep Europese Unie legt het accent op maatregelen voor de overgangsfase, waaronder de introductie van een parallelle munt: de 'Euro'. Duisenberg vraagt zich af of hier behoefte aan is. Daarnaast is het nog de vraag is of het politiek wel gewenst is deze munt te scheppen. De President van de Nederlandsche Bank sluit zich hier bij aan. Het rapport-Werner viel snel dood, vraag is of de omstandigheden nu gunstiger zijn. Overdragen van begrotingsbevoegdheid als voorgesteld door Spierenburg lijkt een stap te ver. De werkgroep Europese Unie heeft getracht een middenkoers te vinden. Over de parallelle munt zal nader deskundigenoverleg worden gevoerd. De kritische opmerkingen van Zijlstra en Duisenberg veroorzaken twijfel. De tekst van de nota wordt gewijzigd aan de hand van de gemaakte opmerkingen. Pronk wil inhoudelijke beleidsvoorwaarden kunnen stellen. Van der Stoel stelt dat Nederland geen onoverkomelijke voorwaarden zou mogen stellen. Dit betekent een veto tegen de Europese Unie. De aangepaste tekst zal worden vastgesteld in de ministerraad van 19 maart 1976.